Het oesterseizoen is weer begonnen. En oesters eten, dat vinden wij bij Ailene’s Maand zeer prima te doen (lekker!) (hoewel, dat geslurp is niet altijd even charmant), maar over oesters praten, nou dat is toch een opdracht muy difícil. Want beginnen we een gesprek met mensen over oesters, dan is het óf een gevalletje ‘IEL’, óf juist een gevalletje ‘LOOOOVEEEE it’. We hebben nog nooit iemand gehoord die daar een middenweg in nam.
De associatie die veel mensen namelijk met oesters hebben, is toch een bepaalde luxe. Oesters haal je niet, net als de loempia, even tussendoor als snack tijdens je marktbezoekje.
Nee, voor oesters ga je goed zitten, in een veel te chic restaurant, met een veel te wit geweven servet op je schoot, waar de schelpdieren op een etagère geserveerd worden, mét, als het even kan, een bubbeltje on the side. Toch?
Als je daar dan ook nog eens bij optelt dat oesters niet voor niets nooit de schoonheidsprijs hebben gewonnen; dan denken veel mensen bij dat glibberige ding toch al snel op hun Martien Meiland’s: “Mij niet bellen!”. Maar ja hè, wat de boer niet kent dat lust hij niet.
Want het is niet waar dat alleen de elite oesters kunnen eten. Hier is ‘de story’: Ooit – pin ons niet vast op een jaartal – kwamen oesters in Nederland alleen voor in de ‘platte’ variant: deze lag langs de Europese kust en groeide zó langzaam dat die pas na ongeveer 5 jaar geraapt mocht worden om te eten. Dat maakte het zo exclusief om oesters te eten. Maar vanaf de jaren 60 kwam er een andere soort oester om de hoek kijken: een ‘bollere’ oester, die veel sneller groeide en gemakkelijker en gangbaarder is om te verkrijgen en te nuttigen. Die oester is tegenwoordig de dominante oester.
De oester heeft dus een lange geschiedenis. En heeft iets een geschiedenis, dan is er nooit een simpel en kort verhaal te vertellen. De oester heeft ontwikkelingen doorgemaakt en heeft in haar historie verschillende plakkaten verkregen als Creuse, Gillardeau, Bélon en Fine de Claire, waardoor praten over oesters al snel iets ‘groots’ en ‘interessants’ lijkt, terwijl de marktkoopman precies hetzelfde zegt als hij iets over een plat of bol glibberig snackje roept.
En by the way, ál zou de oester alleen een luxe-ding zijn; verdienen we niet allemaal op zijn tijd een beetje luxe? Mocht je toch nóg niet overtuigd zijn om een keer aan een schelp te gaan lopen slurpen, dan zijn er nog twee hele goede redenen om oesters als maaltijd te nuttigen:
1. Ze zijn calorieloos.
2. Ze verhogen je libido. – Lijkt ons dat we dit artikel met een krachtig laatste argument uitgaan.
De provincie Zeeland staat bekend om haar heerlijke verse oesters. En aangezien we komend weekend nog heerlijk kunnen genieten van de laatste zomerdagen, is het aan te raden om aan de kust in vakantieoase Zeeland te genieten van een gevulde etagère – of gewoon een gevuld bordje – oesters.
Zie hier 5 goed getipte oesterrestaurants aan de kust in Zeeland:
1. Seafarm Restaurant
Jacobahaven 4, Kamperland | www.seafarm.nl
2. Proef Zeeland
Faelweg 1, Vrouwenpolder | www.proefzeeland.nl
3. Oester & Soja
Jachthavenweg 61A, Bruinisse | www.oesterensoja.nl
4. Jeanzz
Zaete 1A, Brouwershaven | www.jeanzz.nl
5. Oesters & bubbels
Havendijk 25, Yerseke | www.oestersbubbels.nl
Bronnen: Pixabay, Quote, Gerard van Es